Yvonne Gruis • Gruis - | Foto-Art |-
Original website of Yvonne Gruis • Gruis - | Foto-Art |-





Stacks Image 18
About me

“Fotografie is mijn passie geworden en beheerst nu een groot deel van mijn leven. In de fotografie ben ik autodidact en put ik uit mijn eigen creativiteit. Niet de techniek boeit mij, maar het beeld. Naast ‘herinneringskiekjes’ maak ik bijzondere afbeeldingen, die heel eigen zijn. Macrofotografie biedt mij een fantastische manier om gewone dingen als groente en fruit te abstraheren en een prachtig beeld te creëren dat niet meteen herkenbaar is. Schilderen met de camera. Dat is geen hersenwerk, maar een emotionele beleving! “

“Photography has become my passion. I have always liked to make pictures to preserve sweet memories, but nowadays I am especially interested in macro photography. I want to make an abstract image of what is real and obvious, especially with fruit and vegetables, flowers and others objects. As a lawyer I work with knowledge, as a mediator I work with communication and as an artist I work with shape and color. I paint with the camera, which is very exiting!”

Yvonne-Gruis-hadtekening

De opening bij Galerie V’Arts was een groot succes. Hieronder de speech (door Hugo Bongers)

' De huid van het fruit '

Kijken naar kunstwerken, zelfs al is het op een website, brengt als het goed is een stroom van associaties op gang. Ieder kunstwerk is onderdeel van een web van associaties. Kunstwerken zweven niet in een luchtledige, maar zijn op allerlei manieren met elkaar verbonden. In een breed netwerk van vormen en betekenissen hangen kunstwerken met elkaar samen, verwijzen naar elkaar. Krijg je geen enkele associatie bij het zien van een werk dan staat dat werk niet in een betekenisvol verband met de wereld van de kunst. Is het dan nog wel een kunstwerk, hoe zouden we het ‘ding’ nog als kunstwerk kunnen herkennen?

Iedere associatie is subjectief, gebaseerd op eerdere ervaringen en kennis van de kijker. Toen ik het werk van Yvonne Gruis de eerste keer zag, op haar website, moest ik ogenblikkelijk denken aan de Hollandse en Vlaamse schilderkunst uit het eind van de 16e eeuw, die grote ‘keukenstukken’ waar op de voorgrond een flinke hoeveelheid verschillende groenten en vruchten uitgestald zijn. Op het middenplan staat dan meestal een koopman of keukenmeid en ergens heel ver weg, geschilderd in een bovenhoekje, zien we dan nog een religieus thema, Christus die een wonder verricht, Maria en Jozef op de vlucht naar Egypte. Dat religieuze element lijkt er met de haren bijgesleept, een alibi om groente en fruit te schilderen, en hoe: Bijna wellustig dringen de rapen, penen, kolen, appels zich aan ons op. Ze lijken met overgave geschilderd, ze dringen zich visueel aan ons op.

In de 17e eeuw is het alibi van het religieuze thema niet meer nodig, dan schilderen de Hollandse en Vlaamse schilders hun ‘banketjes’, waarop een enkele citroen wordt gecombineerd met een wijnglas, een stukje kaas, een haring. Uit de iconologie blijkt van alles over de (vaak morele) betekenis van dergelijke schilderkunst, maar eigenlijk gaat het in deze werken toch vooral om het schilderen zelf: Het is de stofuitdrukking waar het om gaat. Hoogtepunt voor mij is het werk van Adriaan Coorte, een schilder uit Middelburg en lang vergeten, pas sinds enkele decennia weer populair. Sobere kleine schilderijtjes van een bundeltje asperges, een kommetje aardbeien, een takje bessen, enkele abrikozen op een stenen tafel in een donkere nis. Meer is er niet, maar de intensiteit waarmee de huid van groente en fruit is geschilderd is overweldigend. Alle aandacht gaat uit naar de vorm, de textuur, de kleur, de ‘huid’ van het fruit. Het werd door Coorte bijna erotisch-vertederend geschilderd. Maar ja, dat zeggen we met de blik van nu.

Met die blik kijk ik ook naar het werk van Yvonne Gruis. En moet ik aan Adriaan Coorte denken. Het eerste dat in Yvonnes werk opvalt is de voorzichtigheid waarmee ze te werk gaat. De afgebeelde stukjes groente en fruit worden door haar omzichtig benaderd, ze snijdt ze netjes open, ze vouwt ze met aandacht; ze overweldigt haar materiaal niet, ze manipuleert zo weinig mogelijk. Haar esthetiek vermijdt grove wellust en geweld, is veel meer gebaseerd op een tedere benadering, op liefdevolle tederheid, op een voorzichtig strelen van de huid van het fruit. Ze streelt het fruit en de groente eerst maar haar handen, daarna met het licht en de lens van de camera. Die liefdevolle tederheid kun je met erotiek in verband brengen, maar dat hoeft niet. In veel gevallen zijn het vooral de titels van de werken die het erotische karakter benadrukken terwijl de beelden daar niet per se naar verwijzen.

In haar aandacht voor de huid van het voorwerp, voor dat dicht op het voorwerp zitten plaatst Yvonne Gruis in de buurt van een stroming in de fotografie uit de jaren tachtig die we de ‘Rotterdamse School’ noemden. Het ging toen om een opvallende groep Rotterdamse fotografen die geënsceneerde fotografie maakte, vaak table top photography. Met de lens dicht bovenop het geënsceneerd voorwerp werden verhalen verteld, soms fantastische verhalen, soms verhalen die verwezen naar de populaire cultuur of naar erotiek. Die Rotterdamse fotografen kiekten niet op documentaire wijze het leven op straat, in de grote stad, maar keken aandachtig naar wat er vlak voor hun neus door henzelf was neergezet, naar door henzelf gearrangeerde stillevens. Ze zetten het leven zelf in scene en verstilden hun objecten, thuis op de keukentafel. Ze kozen daarbij een bijzondere invalshoek, opdat we de voorwerpen op een nieuwe manier te zien kregen.
Zo werkt Yvonne ook: de objecten voor de lens van de camera krijgen een nieuwe betekenis door een ongewone combinatie van kleur, textiel, huid, glans, sfeer. Ze verstilt het leven in de objecten, laat het natuurlijke verval van groente en fruit buiten beeld, zet het leven even stil op het moment dat de door haar gekozen objecten op hun mooist zijn.


Hugo Bongers


Hugo Bongers
  was onder andere lector bij de Hoge School Rotterdam,  secretaris van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur. Daarvoor was hij plaatsvervangend directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam en zakelijk directeur van het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Hij is beleidsmatig en uitvoerend al vier decennia betrokken bij de ontwikkelingen rond diversiteit in de sector kunst en cultuur, met name op het terrein van de visuele cultuur. De laatste jaren is hij de drijvende kracht achter het tijdschrift over kunst en cultuur in Rotterdam: ‘Puntkomma’.


De behoefte ontstond om anderen deelgenoot te maken en te laten zien wat zij ziet.
“Kijk nou toch, en verwonder u!” “Please look at it and feel the bliss!”